Ongemotiveerde jongeren. En dat vooral in deze corona crisis. Het is momenteel een gegeven, maar wat doen we eraan? Waar kunnen we als school op inzetten, wat helpt en wat niet? Hoe kunnen we die zgn. achterstand op mentaal, sociaal en cognitief gebied rechttrekken en onze leerlingen weer écht bereiken? In dit blog een aantal tips en ideeën, die allen voortvloeien uit één overtuiging.
Zelf Determinatie Theorie – juist nu!
In het webinar van ontwikkelingspsycholoog Steven Pont, dat in februari georganiseerd door de VO-Raad, werd het maar weer eens te meer duidelijk: Om optimaal te kunnen functioneren, dient een mens zich verbonden te voelen met een groter geheel, het gevoel hebben te dat men invloed heeft op de situatie waarin men zich bevindt, en zelf keuzes moet kunne maken. Ook Steven Pont baseert zich bij zijn uitspraken en aanbevelingen op de Zelf-Determinatie Theorie van Daci en Ryan.
Nog even terug naar dat webinar waarin Pont duidelijk uitlegt, dat we pas van een leerling kunnen verwachten dat hij gaat leren als zijn limbisch systeem gekalmeerd is (Lees hier meer over de werking van het brein). Pas dan zullen emotionele reacties veel langer uitblijven, zullen deze minder heftig zijn en is er ruimte voor redelijkheid. Pas dan ontstaat er ruimte voor intrinsieke motivatie. Wat moeten we dus als de wiedeweerga gaan doen?
Precies! Inzetten op autonomie, betrokkenheid en competentie. Maar hoe dan vraag je je misschien af. Wel, laten we vooropstellen dat de autonomie van ons allemaal momenteel wordt ingeperkt, dus dat wordt de lastigste om op te pakken. Maar laten we dan eens kijken wat we wel kunnen doen nl. het versterken van zowel de verbondenheid als het gevoel van competentie.
Competentie
Op dit vlak geeft Pont een aantal voorbeelden:
- Laat kinderen bewegen. Bewegen in de brede zin van het woord. Dat betekent ook: bouw creativiteit in in je lessen. Ga naar buiten met je klas want daar is licht en licht heeft een positieve invloed en kalmeert. Frisse lucht maakt wakker en levendig. Ze gaan ontdekken wat ze kunnen! Misschien is dat niet per se op cognitief terrein zo, maar wel op het gebied van creativiteit of beweging. Het geeft ze het gevoel competent te zijn.
- Denk bij creativiteit ook eens aan een andere vorm van huiswerk. Bijvoorbeeld creatieve werkstukken, maar ook creatief toetsen. Niet noodzakelijkerwijs voor een cijfer maar wel om de kunde van de leerling wakker te maken. En offer misschien ook eens één of twee lessen hiervoor op. Je zult zien dat je die tijd makkelijk terugwint, als je je leerlingen daardoor in de actie-modus krijgt!
- Kijk ook eens welke competenties de puber al heeft, en probeer die te versterken. Laat ze b.v. kiezen op welke manier ze hun opdracht willen inleveren. Een video? Een tekening? Een verhaal? Of misschien wel een lied? Als je mag zien wat je geleerd hebt op een manier die jij fijn vindt, of waar jij goed in bent, dan voel je je capabel. Niet goed in wiskundesommen? Laat de leerling geometrische vormen tekenen, opzoeken in de architectuur, boetseren. Alles om de motivatie aan te wakkeren en die vervolgens verder te gebruiken bij de rest van de leerstof.
- Help met het structureren van het leven van de leerling. Als somberheid op de loer ligt, dan heb je chaos. Je hebt niet het gevoel dat je grip hebt op je leven en dat je van A naar B komt. Help leerlingen dan ook om hun tijd inzichtelijk te maken. Help ze met het in stukjes hakken van huiswerk, help ze met een toetsplanning maken. Zo krijgen ze weer een beetje het gevoel dat er schot in de zaak zit, en dat stimuleert. Én het kalmeert het limbisch systeem!
Verbondenheid
Verbinding maken kan zo breed en zo smal als je zelf wil, of zoals er ruimte is binnen de school. Maar we moeten ons goed realiseren hoe belangrijk verbinding is. En zeker in crisistijd. Nu hebben scholen / management teams de neiging om in de angst te schieten en met man en macht te trachten om alles in goede banen te leiden. En vooral te focussen op de leerachterstanden. En dat is ook niet onbelangrijk, zeker in het begin niet want dan wil je grip krijgen op de situatie en erger voorkomen. Maar het is enorm belangrijk om, als het stof is neergedaald, gebruik te maken van de gemeenschap.
Je gemeenschap dat zijn alle medewerkers, de ouders, de leerlingen. Betrek ze bij het bedenken van oplossingen, geef ze inzicht in het proces, laat ze iets zeggen! Laat elke groep vertegenwoordigd zijn in een soort scholen OMT. Dat is niet alleen fijn want het helpt je en geeft nieuwe energie, maar het is ook pedagogisch heel verstandig. Het helpt niet als wij als volwassenen de hele tijd denken dat we het moeten begrijpen en oplossen. Juist hulp vragen en je zorgen delen geeft leerlingen het gevoel dat verbonden zijn, competent en van betekenis! We roepen dat we dit samen moeten doen, dan mogen we dit ‘samen’ ook voorleven.
Chaos
Er is chaos in de hoofden van onze leerlingen. Alles dat gewoon was, is nu anders. Of het nu gaat over hun hobby’s, hun gezinsleven of school. Er is niets meer dat gaat als vantevoren, er kan weinig op de automatische piloot of vanuit een jarenoude routine gedaan worden. De puberteit is al een soort van crisis, maar corona heeft gezorgd voor een tweede crisis in hun leven. Daarom verdienen jongeren onze hulp. Hulp bij het structureren en organiseren van hun leven. Niet om meer regels op te leggen maar om duidelijkheid te geven en daarmee juist weer het gevoel van grip op je eigen leven te versterken.
Nu duidelijk is dat scholen kunnen rekenen op royale NPO-gelden, worden er plannen gemaakt over de invulling hiervan. Waar gaan we dit aan uitgeven? Waar zijn onze leerlingen het meest bij gebaat? Is dat extra reken- of taallessen? Zijn dat meer lesuren? zijn het kleinere klassen, meer maatwerk, bijles? Wat gaat ze helpen vraagt heel onderwijs Nederland zich af. In de TOP 3 van behoeftes staat: executieve vaardigheden. Help de leerlingen om zgn. doe-processen in de hersens te ontwikkelen. Want ze kunnen het echt niet! En of je het nu over een brugklasser hebt, een praktische vmbo-er of een slimme vwo-leerling: plannen is bij 70% van de leerlingen hét struikelblok. Deze basisvaardigheid ontbreekt.
Executieve vaardigheden
Precies daarom gaan dus heel veel scholen van start met studievaardigheden lessen, EF-lessen, en extra mentoruren om de executieve vaardigheden van hun leerlingen te vergroten. Er zal massaal worden ingezet op het aanleren van vaardigheden die de leerling helpt om grip te krijgen op hun school leven. Pas dan kunnen leerlingen laten zien wat ze kunnen, krijgen we krachtige gemotiveerde leerlingen die zin hebben in het leven. Die plannen maken voor de toekomst en doelgericht kunnen werken. Vanuit die overtuiging hebben wij naast onze agenda en planners ons lesmateriaal ontwikkeld. Kant-en-klare lespakketten waarmee elke docent aan de slag kan in zijn klas met de executieve vaardigheden: plannen, organiseren, time-management, flexibiliteit en taakinitatie
Extra zorg
Globaal gezien zijn er 3 soorten leerlingen:
- Je hebt leerlingen die prima gedijen met dit online of hybride onderwijs. Zo’n 15 tot 20% van de leerlingen doet het zelfs beter op school. Nou deze groep, daar hoef je niet zo veel aandacht aan te besteden, alleen af en toe bevestigen dat ze op de goede weg zitten. Die gaan vanzelf wel.
- Dan heb je een grote middengroep, die af en toe mokt, wat achterover leent en het niet makkelijk heeft. Die gaan weer op gang komen als we ze helpen met het maken van verbinding en het versterken van het gevoel van competentie.
- Maar er is ook nog een derde groep die je er écht bij moet halen. Die het heel lastig hebben en dreigen af te haken als er niet wordt ingegrepen. Dat doe je o.i. niet door meer lessen te gaan geven, maar wel door ervoor te zorgen dat er binnen de organisatie meer ruimte komt voor coaching van deze leerlingen.
Versterkt mentoraat
Dat kan zijn door b.v. een versterking van het mentoraat. Dat kan zijn door gepersonaliseerde begeleiding of maatwerk. Deze groep leerlingen heeft vooral baat bij aandacht, zorg en verbinding. Wist je dat kinderen die een crisis doormaken, en een goede band hebben met hun mentor en/of ouder, hier veel gemakkelijker doorheen rollen. Want juist door de aandacht en het contact maken met het kind, kalmeren we het limbisch systeem. Je moet dus eerst een pedagoog zijn, en dan pas een didacticus. Andersom werkt niet bij pubers.
Pont geeft als mogelijkheid om zeker die kinderen die moeilijk te bereiken zijn eens te vragen: Bij welke docent voel jij je op gemakt? Wie zou je graag als mentor willen.We moeten dan zo flexibel en wendbaar zijn om dan tot einde van het schooljaar de leerling die switch van mentor te laten maken. Alleen het idee al dat je een keuze hebt! Daar wordt een kind kalmer van.
Ik vind het het overwegen waard. Want hoe lastig deze situatie ook is voor ons (ja ook wij volwassenen reageren limbischer) ik vind toch dat wij meer moeten anticiperen op deze situatie dan onze kinderen.